plant

Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

• [A] Geluid:  plant    (hulp, bestand)
  • IPA: / plɑnt / (1 lettergreep)
• [B], [C] Geluid:  plant    (hulp, bestand)
  • IPA: / plɛnt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• plant

Woordherkomst en -opbouw

• [A] via Middelnederlands plante van Latijn planta, in de betekenis van ‘gewas’ aangetroffen vanaf 1240
• [B] van Engels plant
• [C]  plan ww  met de uitgang -t

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plant	planten
verkleinwoord	plantje	plantjes

Zelfstandig naamwoord

[A] de plant v / m

1. (biologie) organisme dat kooldioxide opneemt en zuurstof afgeeft
2. van stengel en bladeren voorzien gewas dat zijn voedsel uit de aarde opneemt
3. (verouderd) (anatomie) onderkant van de voet

Synoniemen

• [3] voetzool

Hyponiemen

   

aanplant aardappelplant aardbeienplant aardbeiplant afplant agaveplant ananasplant anijsplant bananenplant bekerplant bergamotplant bladplant bloemplant bonenplant bureauplant citroenplant citrusplant cocaplant containerplant decaféplant drachtplant dropplant duinplant eierplant flamingoplant garnalenplant gastheerplant gastplant gatenplant gm-plant grasplant groenteplant guarplant hangplant helmplant hennepplant hommelplant hopplant ijsplant indigoplant inplant kamerplant kasplant katoenplant kerrieplant kiemplant kiezelplant klimplant knolzijdeplant koffieplant komkommerplant kompasplant kuipplant kwartjesplant kweekplant lampionplant landplant leiplant maggiplant maisplant maïsplant melkplant moederplant moerasplant mosselplant muskusplant netelplant oeverplant pantoffelplant papierplant papyrusplant parapluplant parasietplant peperplant perkplant pioniersplant plofplant pootplant pothoofdplant potplant rameeplant reageerbuisplant rietplant rijstplant rotsplant rubberplant ruimteplant schaduwplant schimmelplant schoensmeerplant serreplant sierplant slagersplant slaplant slingerplant sojaplant spoorplant sporenplant stamplant steviaplant stinsenplant tabaksplant theeplant tomatenplant toortsplant transplant tredplant tuinplant uienplant vaatplant vaderplant vanilleplant vetplant vezelplant vijverplant vingerplant vlinderplant voedselplant vuurwerkplant waardplant wasplant waterplant wietplant woekerplant woestijnplant wonderplant yoghurtplant zaadplant zeeplant zijdeplant zoetwaterplant zoogplant zwaardplant

Afgeleide begrippen

   

plantaardappel plantaarde plantaardig plantachtig plantafstand plantbak plantbed plantbestaan plantboor plantdeel planten plantenaardrijkskunde plantenalbum plantenatlas plantenbak plantenbed plantenbeschrijving plantenbestaan plantenbiotechnologie plantenboek plantenbon plantenboter plantenbus plantencel plantencollectie plantendeel plantendek plantenecologie planteneiwit plantenetend planteneter plantenextract plantenfamilie plantenfysiologie plantenfysioloog plantengemeenschap plantengeografie plantengeslacht plantengif plantengift plantengroei plantenhaar plantenhormoon plantenivoor plantenkalender plantenkas plantenkenner plantenkennis plantenkleed plantenkleurstof plantenkliniek plantenkunde plantenkweker plantenkwekerij plantenleer plantenleven plantenliefhebber plantenlijm plantenmateriaal plantenmelk plantenmorfologie plantenmuur plantennaam plantenolie plantenpot plantenprocent plantenresten plantenrijk plantensap plantenschepje plantenslaap plantenslijm plantensociologie plantensoort plantenspuit plantenstek plantenstelsel plantensystematiek plantenteelt plantenteler plantentuin plantenveredeling plantenverzameling plantenvezel plantenvirologie plantenvlo plantenvoedingsstof plantenvoedsel plantenvorm plantenwas plantenwereld plantenziekte plantenzout plantenzuur plantextract plantgat plantgewas plantgoed planthof planthout plantkoord plantkuil plantkunde plantlijn plantloon plantluis plantmachine plantmanager plantmateriaal plantnaam plantpot plantrecht plantschop plantseizoen plantsoort planttijd plantui plantverband plantwijdte plantzaad

Vertalingen

    1. organisme dat kooldioxide opneemt en zuurstof afgeeft   

Bulgaars: цвете (bg) o Duits: Pflanze (de) v Engels: plant (en) Frans: plante (fr) v Nedersaksisch: plaant (nds), plaante (nds), plant (nds), plante (nds), gruinerij (nds) Noors: plante (no) g

Nynorsk: plante (nn) g Oekraïens: рослина (uk) v Pools: roślina (pl) v Spaans: planta (es) Tsjechisch: rostlina (cs) v Vietnamees: thực vật (vi)

    2. van stengel en bladeren voorzien gewas dat zijn voedsel uit de aarde opneemt   

Bulgaars: цвете (bg) o, растение (bg) o Duits: Pflanze (de) v, Gewächs (de) o Engels: plant (en) Erzja: касыкс Frans: plante (fr) v Moksja: касыкс Nedersaksisch: plaant (nds), plaante (nds), plant (nds), plante (nds), gruinerij (nds)

Noors: plante (no) g Nynorsk: plante (nn) g Oekraïens: рослина (uk) v Pools: roślina (pl) v Spaans: planta (es) v Tsjechisch: rostlina (cs) v Vietnamees: thực vật (vi)

Werkwoord

vervoeging van
planten

[A] plant

1. enkelvoud tegenwoordige tijd van planten
2. gebiedende wijs van planten

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plant	plants
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

[B] de plant m

1. (bedrijf) fabriek die een onderdeel van een industriële vestiging vormt

Werkwoord

vervoeging van
plannen

[C] plant

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plannen
   

   • Jij plant. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plannen
   

   • Hij plant. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plannen
   

   • Plant! 

Gangbaarheid

• Het woord plant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plant" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Uitspraak

• Geluid:  plant (VS)    (hulp, bestand)

vervoeging
onbepaalde wijs	to  plant
he/she/it	plants
verleden tijd	planted
voltooid deelwoord	planted
onvoltooid deelwoord	planting
gebiedende wijs	plant

Werkwoord

plant

1. overgankelijk aanplanten, planten, poten

enkelvoud	meervoud
plant	plants

Zelfstandig naamwoord

plant

1. plant [1] (organisme)
2. plant [2] (gewas)
3. (economie) fabriek

Synoniemen

• [3] factory

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

plant

1. plant

Schrijfwijzen

• plaant
• plaante
• plante

Synoniemen

• gruinerij

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / plɑnt /

Woordafbreking

• plant

Naar frequentie	20577

Werkwoord

plant

1. zwakke verbuiging gebiedende wijs van plante

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / plɑnt /

Woordafbreking

• plant

Werkwoord

plant

1. zwakke verbuiging gebiedende wijs van planta

Schrijfwijzen

•  planta ww 
•  plante ww 

Werkwoord

plant

1. zwakke verbuiging gebiedende wijs van plante

Schrijfwijzen

•  planta ww 
•  plante ww